Speluitleg

Spel in het kort

Doel van het spel is de popnagels zo snel mogelijk naar de overkant te brengen. Dit doe je door de eerste worp van iedere beurt slim te kiezen in welke rij je de popnagel gaat verplaatsen. Wie als eerste alle popnagels in de bovenste rij heeft staan is de winnaar.

Maak je klaar voor het spel

  1. Iedere speler legt een houten plankje voor zich en pakt 12 popnagels uit het katoenen zakje.
  2. Plaats de popnagels in de gaatjes direct boven de rij met nummers 1 t/m 12.
  3. Wie met één dobbelsteen het hoogst gooit begint het spel.

Start

Je start elke beurt met het gooien van zes dobbelstenen. Na de eerste worp zeg je in welke rij je de popnagel gaat verplaatsen. Voor het bepalen van de rij waarin je de popnagel verplaatst geldt:

Rij 1 t/m 6 – Je kiest het aantal ogen van één dobbelsteen. 

Rij 7 t/m 12 – Je telt de ogen van twee dobbelstenen bij elkaar op.

Voorbeeld

Je gooit

Je kunt dan kiezen voor rij

Kies je voor rij 3, dan zeg je “Ik ga voor drie” en legt de drie dobbelstenen met 3 ogen opzij. Met de overgebleven drie dobbelstenen gooi je opnieuw. Gooi je weer een 3 dan leg je deze opzij en gooit de overgebleven twee dobbelstenen opnieuw. Er zijn nu drie mogelijkheden:

  1. Je gooit weer een 3 en zet de popnagel vijf stappen naar voren in het bovenste gaatje. Rij drie is binnen! Je hebt na drie keer gooien níet alle dobbelstenen gebruikt. Jouw beurt is klaar. 
  2. Je gooit twee keer 3 en komt daarmee op zes drieën. Dit is één 3 teveel om deze rij binnen te zetten. Helaas, je hebt dus ‘overgooid’ (teveel gegooid). Je mag géén popnagel zetten en jouw beurt is klaar. 
  3. Je gooit geen 3 meer. Jouw beurt is klaar. Verplaats de popnagel voor iedere 3 die je hebt gegooid één plaats, dus vier plaatsen naar voren. 

Kies je voor rij 8, dan zeg je “Ik ga voor acht” en legt de twee paren dobbelstenen 6+2 en 5+3 terzijde.

Met de twee overgebleven dobbelstenen gooi je opnieuw. Er zijn nu twee mogelijkheden: 

  1. Je gooit weer een 8 (4+4, 6+2 of 5+3) en komt daarmee op drie achten. Zet de popnagel drie stappen naar voren. Je hebt binnen drie beurten alle dobbelstenen gebruikt. Je mag alle dobbelstenen opnieuw gooien en mag vrij kiezen in welke rij je verder gaat. Dit mag dus ook rij 8 zijn want deze is nog niet binnen. 
  2. Je gooit geen 8 meer. Jouw beurt is klaar. Verplaats de popnagel voor iedere 8 die je hebt gegooid één plaats, dus twee plaatsen naar voren. 

Je mag maximaal drie keer gooien per beurt ténzij je alle dobbelstenen hebt gebruikt. Dan mag je alle dobbelstenen opnieuw gooien. Je mag weer vrij kiezen voor welke rij je speelt.

Rij binnen zetten

Heb je genoeg ogen gegooid om de popnagel van de rij waar je voor speelt binnen te zetten (dus in het bovenste gaatje) dan doe je dat direct. Want heb je nog beurten over en gooi je wederom dat getal, dan heb je ‘overgooid’. Je mag de popnagel dan niet verzetten en jouw beurt is klaar. 

Heb je de popnagel van de rij waar je voor speelt binnen gezet en heb je nog beurten over, dan mag je opnieuw gooien met de overgebleven dobbelstenen voor een andere rij. Als de rijen waaruit je kunt kiezen vol zijn en je dus geen zet kan doen dan is jouw beurt klaar.